door Thijs Visser
10 maart, 2020
Water speelt een belangrijke rol in ruimtelijke ontwikkelingen. Ik krijg daarom vaak de vraag met de watercomponent van een ruimtelijke ontwikkeling moet worden omgegaan. De aanleiding van de vraag is duidelijk. Een ontwikkeling moet geen negatieve gevolgen hebben voor de omgeving. Daarom moet de waterhuishouding binnen het plan op orde zijn. Om dit te garanderen stellen overheden eisen aan de watercomponent van een plan. Aan de hand van deze eisen ontwerp ik de waterhuishouding van het plan.
Als de getallen kloppen
Ik zie dat eisen vaak vanuit de techniek zijn gedefinieerd. Dit maakt een plan maakbaar en toetsbaar. In ieder beleid is de minimale drooglegging, het volume te realiseren waterberging en de maximale afvoer van het plan opgenomen. Daaraan wordt een plan ook getoetst. Ik zie vaak dat een plan bijna automatisch wordt goedgekeurd wanneer deze specifieke getallen kloppen. Een blauwe aanduiding op de inrichtingstekening volstaat als waterberging. Harde cijfers: hard water.
Een extra dimensie
Het toetsen aan kale, technische eisen is eenvoudig, maar kent beperkingen. Zo suggereert de technische eis aan het volume van de waterberging, dat deze doelmatig zal zijn. Dat wil zeggen, dat deze maat bijdraagt aan een goede waterhuishouding binnen het plan en aan het voorkomen van effecten voor de omgeving. Maar de doelstellingen zijn vierdimensionaal, omdat het om effecten in ruimte en tijd gaat. Een passende benadering ontbreekt, waardoor het risico ontstaat dat een oplossing zijn doel mist.
En dat in een tijd waarin doelgerichtheid hoog in het vaandel staat. Deze nadruk op doelgericht werken zie ik vooral in de manier waarop klimaatadaptatie een plek krijgt in beleid. Naast de eerder genoemde technische eisen, moet ik tegenwoordig bijvoorbeeld aantonen dat er geen wateroverlast ontstaat bij extreme neerslag. Dat betreft dus bij uitstek die vier dimensies: een combinatie van moeilijk in te schatten watervolumes op onvoorspelbare momenten. Het mag duidelijk zijn dat enkel een bergingsberekening niet meer voldoet en dat er een gedegen ruimtelijke analyse toegevoegd moet worden. Hiervoor heeft Dareius Urban Water Design OpTioneering tool (UWDOT) ontwikkeld.
Eenvoud in complexiteit
In UWDOT modelleren wij het plangebied en haar omgeving in de toekomstige situatie. Het plangebied wordt virtueel opgebouwd op basis van openbare gegevens. De ruimtelijke ontwikkeling wordt inclusief een nieuw peilen plan op basis van het ontwerp ingeladen. We krijgen zo inzicht in de daadwerkelijke effecten van het plan voor de omgeving en binnen de plangrenzen. Met een maaiveld model maken we inzichtelijk waar en hoe neerslag oppervlakkig afstroomt. Op deze wijze kan de doelmatigheid van watervoorzieningen tijdens extreme neerslag worden getoetst.
De kracht van UWDOT is dat effecten binnen een minuut inzichtelijk zijn. Hiermee is de tool erg geschikt voor interactieve ontwerpsessies. De visualisatie van het model draagt er aan bij dat stakeholders resultaten snel opnemen en dat maakt complexe vraagstukken overzichtelijk en interactief benaderbaar.
Ik heb UWDOT inmiddels in meer dan tien projecten toegepast. Wat mij opvalt, is dat het gebruik van de tool bijdraagt aan het onderlinge begrip tussen bijvoorbeeld overheden en stakeholders en dat de doelmatigheid van de watervoorzieningen centraal komt te staan. Lokale knelpunten en mogelijke oplossingsrichtingen worden snel inzichtelijk, zodat ruimtelijke kwaliteit wordt gecreëerd. Zacht water, zou ik zeggen.
De uitdaging waar we nu voor staan is de inhoudelijke verdieping die met UWDOT ontstaat tot z’n recht te laten komen in een proces dat is ingericht op basis van het kale technische beleid.